John Tabé hakt door: 30-6-25

Orbán, Vučić en Wilders: de val van de angstheersers

De macht van angst begint te wankelen. In Boedapest, Belgrado én Den Haag verliezen de sterke mannen van gisteren hun greep op het volk. Viktor Orbán, Aleksandar Vučić en Geert Wilders, ooit onbetwiste spelers op het politieke toneel, worden steeds vaker ingehaald door een nieuwe, luidere roep: die van het volk dat genoeg heeft van repressie, verdeel-en-heers en loze beloftes.

Jarenlang bouwde Orbán aan een Hongarije waarin hij alles bepaalt. Hij verbood Pride-optochten, zette andersdenkenden weg als vijanden en installeerde een systeem waarin burgers constant worden gevolgd door camera’s. Homoseksuelen, vluchtelingen, kritische leraren, niemand ontsnapt aan zijn vijanddenken. Terwijl hij de grondwet herschreef en onafhankelijke rechters afzette, vulden zijn vrienden hun zakken met Europese subsidies. Corruptie is geen incident meer, maar een kernonderdeel van zijn bewind.

In Servië volgde Vučić een vergelijkbaar pad. Ooit spindoctor van oorlogsmisdadiger Milošević, nu leider met een vriendelijk gezicht richting het Westen, maar intern regeert hij met ijzeren vuist. Verkiezingen worden beïnvloed, media monddood gemaakt en protesten neergeslagen. Toen in 2023 tientallen mensen omkwamen bij instortende gebouwen, gebouwd door corrupte bedrijven gelinkt aan zijn netwerk, brak de woede uit. Jongeren bezetten universiteiten en scandeerden massaal één woord dat de machthebbers wakker schudde: “oprotten”.

En in Nederland? Daar brokkelt ook de macht van Geert Wilders af. Ooit schudde hij de politiek op met felle taal en radicale ideeën, nu lijkt hij steeds vaker op een schim van zichzelf. Zijn harde uitspraken passen niet meer in het politieke klimaat, en zijn kansen op regeringsmacht zijn verdwenen. Zelfs zijn achterban voelt het ook.

Wat opvalt is de energie van linkse jongeren in Nederland. Zij laten zich horen, komen in actie, protesteren, organiseren zich. Hun stem klinkt krachtig door op straat, in zalen en online. Aan de andere kant blijft het opvallend stil: rechtse jongeren lijken zich terug te trekken, bang om uit de toon te vallen of hun comfortabele positie te verliezen. Terwijl links strijdt, zwijgt rechts.

Orbán, Vučić en Wilders zijn geen leiders die de toekomst vormgeven. Ze beheren angst, angst voor andersdenkenden, voor verandering, voor verlies van macht. Maar die angst verliest zijn kracht. Mensen zijn het zat om gesust of onderdrukt te worden. In Hongarije, Servië en Nederland eisen burgers hun stem terug, hun rechten, hun vrijheid. En overal klinkt steeds luider de roep waar geen dictator of demagoog meer omheen kan: oprotten.

SP: Solidariteit vraagt om rugdekking >

Maak jouw eigen website met JouwWeb