John Tabé hakt door: 14-9-25

Maatschappelijk leed als goudmijn voor marketingbureaus.

Waar wij woede en verdriet voelen, ruiken zij geld. Ze grijpen onze zorgen, kneden ze tot campagnes en persen er winst uit. En wij… Wij geloven dat we de wereld helpen. Maar niets is minder waar. Het draait niet om oplossingen, het draait om verkoop. Terwijl wij petities tekenen en doneren, tellen zij hun winst achter de schermen, met hun handen diep in onze portemonnee.

De samenleving is verworden tot verdienmodel.

Marketingbureaus vissen in onze angsten, onzekerheden en idealen. Ze maken van onze pijn een product en verkopen het terug aan ons, verpakt als ‘betrokkenheid’. “Steun dit goede doel! Wij eisen de nacht op!” roepen ze, of het nu gaat om een opgeruimde wereld “World Cleanup Day Nederland” of zogenaamd meer verdraagzaamheid Voor Ons Nederland!” van Klaas Dijkhoff. Maar vergis je niet: het gaat hen niet om verandering. Het gaat om zichtbaarheid. Om clicks. Om geld.

“Doe iets goeds, steun dit project!”, klinkt het zoet, terwijl de marketeer achter de schermen slechts een Excelbestand volgt. Als ‘mensenrechten’ en ‘duurzaamheid’ geen winst zouden opleveren, zouden ze geen seconde op een billboard verschijnen. Wat wij zien als idealisme is gewoon merchandise. Wij kopen het met onze emoties, onze betrokkenheid, ons schuldgevoel.

Marketingbureaus hebben maatschappelijke problemen getransformeerd tot winstmachines. Ze verkopen ‘helpen’ als lifestyle. Bedrijven sponsoren goede doelen niet uit moreel besef, maar omdat het hun merk glans geeft. Het is geen idealisme, het is strategie. De winnaars… Niet de vrijwilligers. Niet de goede doelen. De winnaars zitten in de directiekamer van de marketingbureaus, waar leed niet iets is om op te lossen, maar om op te kapitaliseren.

 

Angela de Jong smeekt de VVD: “Ik kan niet zonder aalmoes.>

Maak jouw eigen website met JouwWeb