
John Tabé hakt door:
Geert Wilders: Kijk hoe krachtig ik ben.
In het politieke theater staat Geert Wilders in de schijnwerpers. Niet om te verbinden of echt te luisteren, maar om applaus te oogsten. “Kijk hoe krachtig ik ben.” Zijn optreden volgt een vast script: eerst schelden, dan bevelen, daarna dreigen. Zodra zijn tegenstanders murw zijn geslagen door verwarring en vermoeidheid, kondigt hij aan dat hij “in gesprek wil”. Niet uit interesse in dialoog, maar omdat hij vindt dat de coalitie eindelijk naar hem moet luisteren. Spreek je hem tegen? Dan “speel je met vuur”. Een oude truc, rechtstreeks uit het Trump-handboek, maar dan met een geur van kroketten.
Geert Wilders. Hij spreekt ‘coalitie’ uit alsof het een besmetting is. Voor hem is samenwerken geen zoektocht naar overeenstemming, maar een gijzeling met een harde deadline. Hij reikt geen hand, maar presenteert eisenlijsten waar de inkt van het regeerakkoord nog op nat is. Niet aan de onderhandelingstafel, maar voor de camera. In een persconferentie. Confrontatie! Vergeet het! Dat vraagt iets wat Geertje mist: ruggengraat, de moed om iemand recht in de ogen te kijken en fatsoen!
Zijn verlanglijst verspreidt hij door het hele land, met de dreiging van chaos als hij zijn zin niet krijgt. En wanneer de coalitie volledig is uitgeput door zijn eindeloze twitteren en beledigingen, doet hij alsof ‘constructief meedenken’ altijd al zijn stijl was. Want als je maar vaak genoeg zegt dat je openstaat voor overleg, gaan mensen vanzelf geloven dat jij de redelijke partij bent, ook al heb je zelf het vuur aangestoken.
En zo dendert de Grote Geertje Show gewoon door. Nog tien dagen in het theater te zien. Wees er snel bij.
Maak jouw eigen website met JouwWeb