Altijd winkels open: Een zegen of een last?

De gedachte aan winkels die elke dag, inclusief feestdagen, geopend zijn, roept gemengde gevoelens op. Aan de ene kant biedt het gemak. Geen haast om voor sluitingstijd boodschappen te doen, geen rekening houden met feestdagen. Het lijkt ideaal: altijd toegang tot wat je nodig hebt. Maar bij nader inzien is het niet zonder nadelen.

Allereerst verdwijnt de noodzaak om te plannen. Waar vroeger een winkelbezoek een weloverwogen activiteit was, verandert het nu in een impulsieve daad. Het gemak om op elk moment te kopen wat je nodig hebt, of denkt nodig te hebben, bevordert impulsief koopgedrag. Hierdoor kunnen consumenten overconsumptie ontwikkelen, met financiële en ecologische gevolgen.

Daarnaast mist het uitstellen van behoeften zijn waarde. Het wachten op een specifieke dag of het plannen van een aankoopmoment geeft tijd om na te denken of je iets echt nodig hebt. Dit reflectieve proces wordt vervangen door onmiddellijke bevrediging. De voldoening van een weloverwogen aankoop maakt plaats voor een vluchtig moment van genot.

"Het is net als een huis dat elke dag en nacht de voordeur openstaat" is treffend. Het voortdurend openstellen van winkels kan de intimiteit van het dagelijks leven verstoren. Feestdagen, traditioneel momenten van rust en samenzijn, verliezen hun speciale karakter. Ook voor winkelmedewerkers kan dit betekenen dat zij minder tijd hebben voor hun eigen feestdagen en ontspanning.

Kortom, hoewel het idee van altijd geopende winkels aantrekkelijk lijkt, moeten we ons afvragen of het ons leven echt verbetert. De balans tussen gemak en reflectie, consumptie en rust, is waardevol. Misschien zit de kracht juist in het tijdelijk sluiten van die "voordeur", voor zowel consument als winkelier.

Zeg jij: ''vals kruimeltje'': “Wel eens een pollepen in je nek gekregen!  Woke…. Rot op!"

John E Tabé

Nieuwe politieke stroming: "Kapitaal-Soevereiniteit" >